zaterdag 6 augustus 2016


                                                (uit omstreeks 1983, tijdens het boek Jezus spreekt)

Jezus en de Westerse en de Oosterse Verlichting

Waar de vrijheid binnenin het onthullen van de
            heimelijk-gekoesterde triomflach
            en de vrijheid van de ware natuur van de mens
            elkaar raken (of liever: samenvallen, want vrijheid is vrijheid),
            is het samengaan te zien van
            Westerse en Oosterse Verlichting.
Het zicht op de vrijheid binnenin de triomflach
            geeft zicht op wat ‘verantwoordelijkheid’ is.
            Het ‘op je nemen’, oftewel het
‘opnemen van je kruis’, zoals Jezus het noemde.

Ik vermoed dat het aandeel van Jezus aan Westerse Verlichting
            zeer groot is, en in de kern ervan vervat is,
            maar dat dit uit het zicht is gebleven
            omdat het te ‘diep’ of te ‘alomvattend’ is.[1]
Het betreft een stilzwijgend erkennen
            dat wraak beëindigd moet worden –
            precies dat wat Jezus heeft aangetoond in zijn offer.
Westerse Verlichting gaat over het beëindigen van wraak –
            alleen is dit voornamelijk benoemd via de ratio,
            via rechtspraak, argumenteren enzovoort,
            waardoor onbekend is gebleven
            wat in staat is om de essentie van wraak te doorstralen.
Jezus had deze essentie wel met zijn offer getoond,
            maar de verwoording daarvan is via de ratio
 nooit in staat geweest om te raken;
            de essentie bleef impliciet.

Expliciet werd deze essentie altijd al verwoord
            door Oosterse Verlichting.
            Oosterse Verlichting zegt, samen met Jezus:
            Ik en de Vader zijn één’,
            en neemt dit als uitgangspunt voor al het andere.
Deze essentie is dus het begin, en niet iets om naar te streven.
            De herkenning hiervan is het uitgangspunt –
            dit noem ik Heilige Volgorde.

Dzogchenleraar Nyoshul Khenpo benoemde het
tweede niveau, het relatieve,
wel eens als het ‘niveau van liefde’.
Zo krijg je meteen een inzicht in
            hoe ‘diep’ het tweede niveau eigenlijk is.

Jezus is voor mij het grote voorbeeld
            van het belang van het tweede niveau.
Voor het boek Non-dualisme heb ik een tijd overwogen
om Jezus al letterlijk zo te benoemen,
            maar voelde dat het de tijd er nog niet voor was.

Jezus is het grote voorbeeld,
            ook voor Sint Sebastiaan natuurlijk!
Jezus is offer, voorbeeld van offer,
            voorbeeld van hoe oprechtheid
            ondanks alle dreiging door kan gaan.
Jezus betekent het durven beëindigen
            van alle wegduiken en vervalsen.


[1] En natuurlijk was de naam ‘Jezus’ zo rond 1750 te zeer verbonden met dat wat deze Westerse Verlichting misschien wel het meest in de weg zat: de macht van de kerk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten