zondag 23 oktober 2016


















Wijs en eigenwijs

Wat is er mooier dan
je eigen vore
te trekken?

Dat is niet eigengereid,
of arrogant.
Altijd zijn er ‘groteren’,
of dit nu Willem de Kooning is,
Jezus, of Bapak Subuh
of Ramana Maharshi.

Dit bestaan, in dit lichaam,
is uniek.
Een korte tijd,
en dan is ’t voorbij.

Dus dat betekent dat
het van belang is
dat er in deze korte tijd
duidelijkheid ontstaat
over wat ‘eigen’ is,
wijs’,
en ‘eigenwijs’.

Altijd is er wel een ‘grotere’.
Dat maakt niet uit.
Dat is walvis en dolfijn.
Dat zegt niet veel over de
waarde,
of de groots-heid
van een van beide.

‘Terug’kijkend (niet terug als
geschiedenis, maar als richting,
m.a.w. niet tijd maar ‘plaats’)
zie ik dat er nog niet
‘iets’ is –
          en iets mag gewoon komen.

Dus dan maar
een ‘iets’
van ‘mij’,
als huidige uiting,
dwz. als iets dat
door anderen kan worden
beleefd,
eventueel later, of op een
andere plaats.

Eigen’:
dat is dat ’t nu
gewaagd mag worden.
Toevertrouwd.
Niet als een zekerheid,
een weten,
maar toch als een stelligheid,
een leunen op juist Niet-weten.

Ik weet niet meer dan de lezer.
Ik kijk in hetzelfde mysterie als jij’.

Wat betekent dat ik
me niet hoef te verantwoorden
als ik spreek,
en jij ook niet.

maandag 10 oktober 2016


De Kwintessens-serie

Lang geleden heb ik tweeënhalf jaar in vaste dienst bij de Bezige Bij gewerkt als typografisch ontwerper, voornamelijk voor het binnenwerk van de boeken. Soms maakte ik ook wel een omslag, maar het merendeel van mijn werk betrof het ontwerpen van de typografie van een tekst. Maar juist na mijn vertrek, in september 1967, kreeg ik meer opdrachten om omslagen te maken. Op een gegeven moment werd me gevraagd de vaste ontwerper te worden van de omslagen van een nieuwe serie, genaamd Kwintessens. De uitnodiging kwam voornamelijk voort uit mijn regelmatige contact met Simon Vinkenoog en Bert Schierbeek, die beiden redacteur waren van de serie. De serie was bedoeld om de zaak eens van een andere zijde te belichten; in ieder geval anders dan de belichting vanuit literatuur, wat de belichting van de uitgeverij was (en is).

    Terugkijkend kan ik me herinneren dat ik een heleboel titels nauwelijks interessant vond, maar dat hoeft voor een ontwerper geen hindernis te zijn. Ik heb met vreugde eraan meegewerkt. Ik vond het op de een of andere manier wel iets hebben om op ware grootte te werken, dat wil zeggen dat mijn potloodtekeningen precies hetzelfde formaat hadden als de uiteindelijke gedrukte versie. Op een gegeven moment heb ik ook een logo voor de serie ontworpen: 

Ik vind het leuk om op dit blog alle omslagen te laten zien die ik voor de serie gemaakt heb. Ik heb de oorspronkelijke tekeningen in passe-partout bewaard; het geheel is te koop.
            Hier toon ik bovendien nog een paar omslagen in de Kwintessens-serie die niet gepubliceerd zijn, en ook een paar omslagen van boeken die op een bepaalde manier verwant zijn aan de serie. Het is me niet gelukt de afbeeldingen in de juiste volgorde te plaatsen; de primitiviteit van dit Blogspot-blog staat een handmatige vormgeving niet toe. Een ratjetoe is het geworden. Dan maar zo, is mijn huidige gevoel (ik vind het eigenlijk ook wel leuk zo, deze willekeur). Onder de afbeeldingen plaats ik de hele genummerde lijst, met enige bibliografische gegevens.
 



 

  
Omslagen Kwintessens-serie, door Philip Renard,
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1968-1978

1.  M. Lietaert Peerbolte, Psychocybernetica. Een psychisch-energetische inleiding. 1968.
2.  R.C. Zaehner, Mystiek. Sacraal en profaan. Een onderzoek betreffende een aantal bovennatuurlijke ervaringen. 1969. Vertaling van Mysticism, Sacred and Profane. Londen, 1957.
3.  L. Pauwels en J. Bergier, De dageraad der magiërs. 1968. Herdruk van editie van 1964. Vertaling van Le matin des magiciens. Parijs, 1960.
4.  Hermann Hesse, Siddhartha. Een Indiese vertelling. 1969. Vertaling van Siddhartha. Berlijn, 1922.
5.  Timothy Leary, Ralph Metzner en Richard Alpert, De psychedelische ervaring. Een handboek gebaseerd op Het Tibetaanse Dodenboek. 1969. Vertaling van The Psychedelic Experience. New Hyde Park, NY, 1964. Eveneens achterplat en schutbladen (de paarse dubbelpagina). Omslagtekening helaas vermist.
6.  M. Lietaert Peerbolte, De verschijning mens. Vanwaar, waarheen. 1971.
7.  Wilhelm Reich, Luister, kleine man. 1971. Vertaling van Listen, little man! New York, 1948.
8.  Carlos Castaneda, De lessen van don Juan. 1972. Vertaling van The Teachings of Don Juan. Berkeley en Los Angeles, 1968.
9.  Louis Pauwels en Jacques Bergier, De planeet van de onmogelijke mogelijkheden. 1973. Vertaling van Der Planet der unmöglichen Möglichkeiten. Bern, 1968.
10.  Hermann Hesse, Reis naar het morgenland. Een verhaal. 1972. Vertaling van Die Morgenlandfahrt. Berlijn, 1932.
11.  Vaslav Nijinski, Dagboek. 1972. Vertaling van Diary of Vaslav Nijinsky. Londen, 1936.
12.  Hermann Hesse, Klingsors laatste zomer. Verhalen. 1972. Herdruk van editie van 1930. Vertaling van Klingsors letzter Sommer. Berlijn, 1920.
13.  Ewald Vanvugt, Kus van lust, zaad van liefde. Een roman over India. 1972.
14.  Hermann Hesse, Tussen de raderen. Roman. 1973. Vertaling van Unterm Rad. Berlijn, 1906.
15.  Carlos Castaneda, Een aparte werkelijkheid. Verdere gesprekken met don Juan. 1973. Vertaling van A Separate Reality. Berkeley en Los Angeles, 1971.
16.  M. Lietaert Peerbolte, Kosmisch bewustzijn. Terug naar de religieuze oerbron. 1973.
17.  Hermann Hesse, Rosshalde. Roman. 1973. Vertaling van Rosshalde. Berlijn, 1914 [alleen belettering; tekening Volkert Reijn].
18.  Nikos Kazantzakis, Ascese. Salvatores Dei. 1973. Vertaling van oorspronkelijk Griekse tekst uit 1927.
19.  Hermann Hesse, De steppewolf. 1973. Zevende druk van editie van 1964. Vertaling van Der Steppenwolf. Berlijn, 1927.
20.  Hermann Hesse, Demian. De geschiedenis van Emil Sinclairs jeugd. 1973. Derde druk van editie van 1971. Vertaling van Demian. Berlijn, 1919.
19*).  Idries Shah, Het pad van de Soefi. 1974. Vertaling van The Way of the Sufi. Londen, 1968.
20*).  Carlos Castaneda, Reis naar Ixtlan. 1975. Vertaling van Journey to Ixtlan. New York, 1972.
21.  Hermann Hesse, Een voetreis in de herfst. Verhalen. 1974. Vertaling van Diesseits. Berlijn, 1907.
22.  M. Lietaert Peerbolte, Transpersonalisme en psychodynamika. Niet gepubliceerd; gepland voor 1975.
23.  Hermann Hesse, De kleine wereld. Verhalen. 1975. Vertaling van Kleine Welt. Berlijn, 1933.
24.  Carlos Castaneda, Kennis en macht. 1976. Vertaling van Tales of Power. New York, 1974.
[ongenummerd:]  Hermann Hesse, Het kralenspel. Poging tot een levensbeschrijving van Magister Ludi Josef Knecht gevolgd door Knechts nagelaten werken. 1978. Vertaling van Das Glasperlenspiel. Zürich, 1943.

*)  Merkwaardigerwijs heeft De Bezige Bij de nummers 19 en 20 tweemaal gebruikt.

EXTRA:
  Omslag Wilhelm Reich, De seksuele revolutie. Vertaling van The Sexual Revolution (vertaling van Die Sexualität im Kulturkampf, uit 1936). Het boek is wel gepubliceerd (in 1974), maar niet in de Kwintessens-serie, en zonder deze omslag. De tekening is in 1970 gemaakt.
  Omslag Randstad 11-12. Dubbelnummer van tijdschrift van De Bezige Bij, 1967 (© 1966). Samengesteld door Simon Vinkenoog, onder de titel Manifesten en manifestaties 1916-1966.
  Tekening op omslag en in binnenwerk Ewald Vanvugt, Buiten zinnen. LRP 389 De Bezige Bij, 1972 (met zwart-wit tekeningen op p. 29, 53, 119, 169, 187).
  Omslag Geert Kimpen, De prins van Filettino. Utrecht, 2013.
  Omslag Alan W. Watts, Nature, Man and Woman. New York, 1958. Privé-exemplaar.
  Omslag Simon Vinkenoog, Vogelvrij. LRP 231 De Bezige Bij, 1967. Dit boek behoorde 
             tot de Best verzorgde vijftig boeken van het jaar 1967.

zondag 9 oktober 2016


Het tekstje dat hieronder volgt, is voor mij ooit aanleiding geweest om voor mezelf 
de vraag te formuleren: ‘Wat maakt dat ik dit als zo werkelijk beleef?’
Middenin een gebeurtenis, middenin een verhaal. Een vraag die een werking kan 
hebben die vergelijkbaar is met de vraag ‘Wie ben ik?’
Wat maakt het huidige zo echt? Hierbij deze tekst van de leraar van mijn leraar:

Wat is werkelijkheid?

door Nisargadatta Maharaj

Je bent niet iets dat kan worden waargenomen of dat je je kunt voorstellen. En toch kan er zonder jou helemaal niet zoiets als ‘waarneming’ of ‘voorstelling’ zijn. Je neemt waar dat het hart voelt, dat de geest denkt en dat het lichaam beweegt – het feit van het waarnemen laat zien dat jij dat wat door jou wordt waargenomen, niet bent. Kan er waarneming of ervaring zijn zonder jou? Een ervaring moet ergens bij horen. Er moet iemand zijn om te verklaren dat de ervaring ‘zijn’ ervaring is. Zonder iemand die ervaart is een ervaring niet werkelijk. Degene die ervaart schenkt werkelijkheid aan de ervaring. Een ervaring die je niet zelf kunt hebben, heeft die wel enige waarde voor jou?
           Het is duidelijk dat alles wat ervaren wordt een ervaring is. En gekoppeld aan elke ervaring is er ook een erbij horende ‘ervaarder’. Herinnering schept de illusie dat er continuïteit is, een ‘doorlopende ervaarder’. In werkelijkheid heeft elke ervaring haar eigen ervaarder, en het gevoel een doorlopende ‘identiteit’ te zijn is afkomstig van het overeenkomstige element dat aan de wortel ligt van alle momenten dat er een verbinding optreedt tussen een ervaring en iemand die ervaart. Identiteit en continuïteit zijn niet hetzelfde. Net zoals elke bloem haar eigen kleur heeft, maar alle kleuren veroorzaakt worden door hetzelfde licht, zo verschijnen er veel ervaarders in het niet-opgedeelde en ondeelbare Bewustzijn – weliswaar elk als iets afzonderlijks in het geheugen, maar identiek in essentie. Deze essentie is de wortel, de basis, de tijdloze en dimensieloze ‘mogelijkmaker’ van alle ervaring. 
                                                                                             
Er zit iets uitzonderlijks, iets unieks in het huidige gebeuren, wat voorbije en toekomstige gebeurtenissen niet hebben. Er zit een levendheid in, een echtheid; wat het eruit doet springen is dat het is alsof het van licht wordt voorzien. Op het huidige zit als het ware het ‘stempel van de Werkelijkheid’, wat het verleden en de toekomst niet hebben.
            Het is niet zo dat er aan het huidige gebeuren op zich iets bijzonders is wat dit doet verschillen van het verleden en de toekomst. Pas geleden was het verleden ‘het huidige’, en de toekomst zal straks ‘het huidige’ worden.
Wat maakt het huidige zo verschillend? Kennelijk is dat mijn aanwezigheid, mijn tegenwoordigheid. Ik ben werkelijk, want ik ben constant nu, huidige tegenwoordigheid. En wat nu ‘met mij’ is, deelt in mijn werkelijk-zijn. Het verleden is in de herinnering, en de toekomst in de verbeelding. Er zit niets in het huidige gebeuren op zich wat dit eruit doet springen als ‘werkelijk’. Het kan iets heel gewoons zijn, een regelmatig terugkerend voorval, zoals het slaan van een klok. Hoewel we weten dat de opeenvolgende slagen hetzelfde klinken, is de slag die je nu hoort heel anders dan de vorige en de volgende, die een herinnering zijn en een verwachting. Iets dat zich nu afspeelt is ‘met mij’, want ik ben constant tegenwoordig; het is mijn eigen werkelijkheid die ik schenk aan het huidige gebeuren. (...)
         Is dit sinds je geboorte ooit anders geweest? Gedachten en dingen veranderen de hele tijd. Maar het gevoel dat datgene wat er nu is werkelijk is, dát is nooit veranderd, zelfs niet in een droom.          

[Uit de gesprekken met Nisargadatta Maharaj uit 1970-1972, in I Am That, in het Engels vertaald door Maurice Frydman (Bombay: Chetana, 1973). Fragmenten van gesprekken van 7 en 11 mei 1970; pagina’s 2-3 en 6-7 (paginering van  de editie van 1985).
Nederlandse vertaling Philip Renard; op een paar plaatsen is gebruikgemaakt van de vertaling van Wolter Keers, getiteld Ik ben (dwz. deel I; Deventer: Ankh-Hermes); pagina’s 12 en 15-16. De paginering van de Keers-vertaling betreft de tweede druk uit 1987.]

vrijdag 7 oktober 2016

De Driehoek en de Vooruitgang

In de maand mei schetste ik nog iets omtrent de plaats van de zogenaamde Vooruitgang in de genoemde Dzogchen Driehoek. Hierbij, als een postscriptum bij het vorige artikel: