zondag 23 oktober 2016


















Wijs en eigenwijs

Wat is er mooier dan
je eigen vore
te trekken?

Dat is niet eigengereid,
of arrogant.
Altijd zijn er ‘groteren’,
of dit nu Willem de Kooning is,
Jezus, of Bapak Subuh
of Ramana Maharshi.

Dit bestaan, in dit lichaam,
is uniek.
Een korte tijd,
en dan is ’t voorbij.

Dus dat betekent dat
het van belang is
dat er in deze korte tijd
duidelijkheid ontstaat
over wat ‘eigen’ is,
wijs’,
en ‘eigenwijs’.

Altijd is er wel een ‘grotere’.
Dat maakt niet uit.
Dat is walvis en dolfijn.
Dat zegt niet veel over de
waarde,
of de groots-heid
van een van beide.

‘Terug’kijkend (niet terug als
geschiedenis, maar als richting,
m.a.w. niet tijd maar ‘plaats’)
zie ik dat er nog niet
‘iets’ is –
          en iets mag gewoon komen.

Dus dan maar
een ‘iets’
van ‘mij’,
als huidige uiting,
dwz. als iets dat
door anderen kan worden
beleefd,
eventueel later, of op een
andere plaats.

Eigen’:
dat is dat ’t nu
gewaagd mag worden.
Toevertrouwd.
Niet als een zekerheid,
een weten,
maar toch als een stelligheid,
een leunen op juist Niet-weten.

Ik weet niet meer dan de lezer.
Ik kijk in hetzelfde mysterie als jij’.

Wat betekent dat ik
me niet hoef te verantwoorden
als ik spreek,
en jij ook niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten